Informo pri la vorto bikken (nederlanda → esperanto: ĉirkaŭĉizi)

Sinonimo: afbikken

Vortspecoverbo
Prononco/ˈbɪkə(n)/
Dividobik·ken

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) bik(ik) bikte
(jij) bikt(jij) bikte
(hij) bikt(hij) bikte
(wij) bikken(wij) bikten
(jullie) bikken(jullie) bikten
(gij) bikt(gij) biktet
(zij) bikken(zij) bikten
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) bikke(dat ik) bikte
(dat jij) bikke(dat jij) bikte
(dat hij) bikke(dat hij) bikte
(dat wij) bikken(dat wij) bikten
(dat jullie) bikken(dat jullie) bikten
(dat gij) bikket(dat gij) biktet
(dat zij) bikken(dat zij) bikten
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
bikbikt
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
bikkend, bikkende(hebben) gebikt

Tradukoj

anglachip
esperantoĉirkaŭĉizi
germanarings mit dem Meißel bearbeiten