Informasie oor die woord stopzetten (Nederlands → Esperanto: ĉesigi)

Sinonieme: afbreken, opbreken, opheffen, ophouden met, staken, stelpen, stoppen, kappen met, opgeven

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈstɔpzɛtə(n)/
Afbrekingstop·zet·ten

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) zet stop(ik) zette stop
(jij) zet stop(jij) zette stop
(hij) zet stop(hij) zette stop
(wij) zetten stop(wij) zetten stop
(jullie) zetten stop(jullie) zetten stop
(gij) zet stop(gij) zettet stop
(zij) zetten stop(zij) zetten stop
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) stopzette(dat ik) stopzette
(dat jij) stopzette(dat jij) stopzette
(dat hij) stopzette(dat hij) stopzette
(dat wij) stopzetten(dat wij) stopzetten
(dat jullie) stopzetten(dat jullie) stopzetten
(dat gij) stopzettet(dat gij) stopzettet
(dat zij) stopzetten(dat zij) stopzetten
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
zet stopzet stop
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
stopzettend, stopzettende(hebben) stopgezet

Voorbeelde van gebruik

Op 31 december 2012 hebben wij uw WW‐uitkering stopgezet, omdat u ons toen heeft laten weten dat u geen werk kon zoeken.
De Europese Unie heeft de financiële hulp aan Niger stopgezet vanwege de militaire staatsgreep in het land.
Rusland heeft in een reactie op de acties van het Oekraïense leger laten weten de teruggave van militair materieel uit de Krim aan Kiëv tijdelijk stop te zetten.
Een week geleden zette ik de betalingen stop en nu rust er een vloek op mijn hoeve.
Ik kan het nu niet meer stopzetten.

Vertalinge

Afrikaansstaak
Deensafbryde
Duitsein Ende machen; beenden; Einhalt gebieten; einstellen; aufhören mit; stoppen; aussetzen
Engelsstop
Esperantoĉesigi
Fransarrêter; faire cesser; interrompre; terminer
Hongaarsmegszüntet
Italiaansfermare; interrompere
Katalaansacabar; extingir; interrompre; plegar
Nederduitsstoppen
Portugeesfazer cessar; interromper
Thaiงด
Wes‐Friesôfbrekke