Informatie over het woord aanwezigheid (Nederlands → Esperanto: ĉeesto)

Synoniemen: bijzijn, presentie, tegenwoordigheid

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/anˈʋezəxɦɛi̯t/
Afbrekingaan·we·zig·heid
Geslachtvrouwelijk

Voorbeelden van gebruik

En door nieuwsgierigheid gedreven spoedde hij zich het gazon op naar de plaats waar een luid geroep en gebonk de aanwezigheid van verhuizers deed vermoeden.
Zeewater verschilt van zuiver water om te beginnen door de aanwezigheid van zout dat in het water is opgelost.
Als ze iemand tegenkwam, zou ze onmogelijk een verklaring kunnen geven voor haar aanwezigheid en voor het zwaard.

Vertalingen

Afrikaansaanwesigheid; teenwoordigheid
DuitsAnwesentheit; Gegenwart; Beisein
Engelsattendance; presence
Esperantoĉeesto; alesto
Fransprésence
Italiaanspresenza
Papiamentspresensia
Spaanspresencia
Westerlauwers Friesbywêzen; bywêzichheid; oanwêzigens
Zweedsnärvaro