Informatie over het woord chanteren (Nederlands → Esperanto: ĉantaĝi)

Synoniemen: afdreigen, chantage plegen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/sjɑnˈterə(n)/
Afbrekingchan·te·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) chanteer(ik) chanteerde
(jij) chanteert(jij) chanteerde
(hij) chanteert(hij) chanteerde
(wij) chanteren(wij) chanteerden
(jullie) chanteren(jullie) chanteerden
(gij) chanteert(gij) chanteerdet
(zij) chanteren(zij) chanteerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) chantere(dat ik) chanteerde
(dat jij) chantere(dat jij) chanteerde
(dat hij) chantere(dat hij) chanteerde
(dat wij) chanteren(dat wij) chanteerden
(dat jullie) chanteren(dat jullie) chanteerden
(dat gij) chanteret(dat gij) chanteerdet
(dat zij) chanteren(dat zij) chanteerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
chanteerchanteert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
chanterend, chanterende(hebben) gechanteerd

Vertalingen

Duitserpressen; durch Skandalandrohung erpressen
Engelsblackmail
Esperantoĉantaĝi
Faeröerskrevja við hóttan um gølu
Italiaansricattare
Portugeesfazer chantagem