Informatie over het woord tuiten (Nederlands → Esperanto: zumi)

Synoniemen: brommen, gonzen, razen, snorren, suizelen, suizen, zoemen

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(hij) tuit(hij) tuitte
(zij) tuiten(zij) tuitten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat hij) tuite(dat hij) tuitte
(dat zij) tuiten(dat zij) tuitten
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
tuitend, tuitende(hebben) getuit

Vertalingen

Afrikaanszoem
Catalaansbotzinar; brogir; brunzir; cantussejar; murmurar
Duitssummen; schwirren
Engelsbuzz; hum; whir; zing; zoom
Esperantozumi
Faeröerssurra
Finssurista
Fransbourdonner; ronronner
Portugeessoar; zumbir; zunir
Saterfriessumje
Spaanscanturrear; ronronear; zumbar
Tsjechischbzučet; hučet
Zweedssurra