Informatie over het woord overgeven (Nederlands → Esperanto: vomi)

Synoniemen: braken, kotsen, spugen, vomeren

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈovərɣevə(n)/
Afbrekingover·ge·ven

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) geef over(ik) gaf over
(jij) geeft over(jij) gaf over
(hij) geeft over(hij) gaf over
(wij) geven over(wij) gaven over
(jullie) geven over(jullie) gaven over
(gij) geeft over(gij) gaaft over
(zij) geven over(zij) gaven over
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) overgeve(dat ik) overgave
(dat jij) overgeve(dat jij) overgave
(dat hij) overgeve(dat hij) overgave
(dat wij) overgeven(dat wij) overgaven
(dat jullie) overgeven(dat jullie) overgaven
(dat gij) overgevet(dat gij) overgavet
(dat zij) overgeven(dat zij) overgaven
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
geef overgeeft over
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
overgevend, overgevende(hebben) overgegeven

Voorbeelden van gebruik

Twee keer moest ik blijven staan om over te geven en de tweede keer dacht ik dat ik nooit meer op zou kunnen houden met overgeven.
Neem me niet kwalijk als ik moet overgeven.

Vertalingen

Afrikaansopbring
Catalaansvomitar
Deenskaste op
Duitssich brechen; sich erbrechen; sich übergeben
Engelsvomit; barf; puke
Esperantovomi
Faeröersspýggja
Finsoksentaa
Fransrejeter; rejeter de la nourriture; rendre; vomir
IJslandsspýja
Italiaansvomitare
Jiddischאויסברעכן; ברעכן
Latijnvomere
Luxemburgskatzen
Maleismuntah
Noorskaste opp; spy
Papiamentsarohá; saka
Poolswymiotować
Portugeeslançar; vomitar
Russischблевать; рвать
Saterfriessik uurreeke; späie
Schots-Gaelischsgeith
Spaansvomitar
Srananfomeri
Tsjechischzvracet
Turkskusmak
Westerlauwers Frieskotse; oerjaan
Zweedskräkas; spy