Informo pri la vorto snateren (nederlanda → esperanto: babilaĉi)

Sinonimoj: kletsen, lullen, meieren, ouwehoeren, wauwelen, zemelen

Vortspecoverbo

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) snater(ik) snaterde
(jij) snatert(jij) snaterde
(hij) snatert(hij) snaterde
(wij) snateren(wij) snaterden
(jullie) snateren(jullie) snaterden
(gij) snatert(gij) snaterdet
(zij) snateren(zij) snaterden
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) snatere(dat ik) snaterde
(dat jij) snatere(dat jij) snaterde
(dat hij) snatere(dat hij) snaterde
(dat wij) snateren(dat wij) snaterden
(dat jullie) snateren(dat jullie) snaterden
(dat gij) snateret(dat gij) snaterdet
(dat zij) snateren(dat zij) snaterden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
snatersnatert
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
snaterend, snaterende(hebben) gesnaterd

Tradukoj

anglawaffle
esperantobabilaĉi
germanadummes Zeug reden; sinnloses Zeug reden; Stuß reden; quatschen; schnattern