Informo pri la vorto afgaan (nederlanda → esperanto: viziti)

Sinonimoj: een bezoek afleggen aan, bezoeken, op visite komen, op visite komen bij, opzoeken

Vortspecoverbo
Prononco/ˈɑfxan/
Dividoaf·gaan

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) ga af(ik) ging af
(jij) gaat af(jij) ging af
(hij) gaat af(hij) ging af
(wij) gaan af(wij) gingen af
(jullie) gaan af(jullie) gingen af
(gij) gaat af(gij) gingt af
(zij) gaan af(zij) gingen af
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) afga(dat ik) afginge
(dat jij) afga(dat jij) afginge
(dat hij) afga(dat hij) afginge
(dat wij) afgaan(dat wij) afgingen
(dat jullie) afgaan(dat jullie) afgingen
(dat gij) afgaat(dat gij) afginget
(dat zij) afgaan(dat zij) afgingen
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
ga afgaat af
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
afgaand, afgaande(zijn) afgegaan

Tradukoj

afrikansobesoek; kuier by; ’n besoek aflê aan; kuier
anglacall on; see; visit
angla (malnovangla)gretan
danabesøge
esperantoviziti
feroavitja
finnakäydä vieraissa
francarendre une visite; visiter
germanabesuchen; einen Besuch abstatten
hispanavisitar
hungaralátogat
italavisitare
jidaבאַזוכן
katalunavisitar
malajakunjungi; mengunjungi
norvegabesøke
okcidenta frizonabesykje
papiamentobishitá
portugalafazer visita; fazer visitas; ir ver; visitar
rumanavizita
rusaпосетить; посещать
saterlanda frizonabesäike; n Besäik moakje
skotaveesit
surinamafisiti
tajaเที่ยว; ไปเที่ยว; แวะ; เยี่ยม