Informatie over het woord vrouw (Nederlands → Esperanto: virino)

Synoniemen: vrouwmens, vrouwspersoon, wijf

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/vrɑu̯/
Afbrekingvrouw
Geslachtmanlijk
Meervoudvrouwen

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
vrouwtjevrouwtjes

Voorbeelden van gebruik

En mannen en vrouwen van hoge en lage geboorte volgden hem.
Hij had nooit veel met vrouwen te doen gehad.
Een oudere vrouw maakte de deur voor hem open en hij vroeg naar de dokter.
Met vrouwen wil ik niet redetwisten.
Vind jij dat een aantrekkelijke vrouw?
Het was een vrouw die me dit gaf.
Vooral vrouwen tussen de vijftien en vijfenveertig jaar lijden hieraan.
Ik ben een man en u is een vrouw.

Vertalingen

Afrikaansvrou
Albaneesgrua
Catalaansdona
Deenskvinde
DuitsFrau; Weib
Engelswoman; female
Engels (Oudengels)wif; wifmann
Esperantovirino
Faeröerskona; konufólk; kvinna
Fransfemme
Grieksγυναίκα
Hawaiaanswahine
Hongaarsasszony; nő
IJslandskvenmaður; kona
Italiaansdonna
Jamaicaans Creoolsuman
Jiddischפֿרױ
Kabylischtameṭṭut
Latijnfemina; vira
LuxemburgsFra; Meedchen
Maleiswanita; perempuan
Nederduitsvrouw; vrouwe
Noorskvinne
Papiamentsmohé; muhé
Poolskobieta
Portugeesmulher
Roemeensfemeie
Russischженщина; мужчина
SaterfriesWieuw; Wieuwmoanske
Schotswumman
Schots-Gaelischboireannach; bean
Spaansmujer
Srananuma
Swahilimwanamke
Tagalogbabae
Thaisผู้หญิง; หญิง; สตรี
Tsjechischžena; ženská
Welsbenyw; menyw
Westerlauwers Friesfrommes; frou; minske; wiif
Zweedskvinna