Informatie over het woord overwippen (Nederlands → Esperanto: veni por mallonge viziti)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈovərʋɪpə(n)/
Afbrekingover·wip·pen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) wip over(ik) wipte over
(jij) wipt over(jij) wipte over
(hij) wipt over(hij) wipte over
(wij) wippen over(wij) wipten over
(jullie) wippen over(jullie) wipten over
(gij) wipt over(gij) wiptet over
(zij) wippen over(zij) wipten over
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) overwippe(dat ik) overwipte
(dat jij) overwippe(dat jij) overwipte
(dat hij) overwippe(dat hij) overwipte
(dat wij) overwippen(dat wij) overwipten
(dat jullie) overwippen(dat jullie) overwipten
(dat gij) overwippet(dat gij) overwiptet
(dat zij) overwippen(dat zij) overwipten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
wip overwipt over
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
overwippend, overwippende(zijn) overgewipt

Vertalingen

Esperantoveni por mallonge viziti