Informo pri la vorto zeilen (nederlanda → esperanto: veli)

Vortspecoverbo
Prononco/ˈzɛi̯lə(n)/
Dividozei·len

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) zeil(ik) zeilde
(jij) zeilt(jij) zeilde
(hij) zeilt(hij) zeilde
(wij) zeilen(wij) zeilden
(jullie) zeilen(jullie) zeilden
(gij) zeilt(gij) zeildet
(zij) zeilen(zij) zeilden
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) zeile(dat ik) zeilde
(dat jij) zeile(dat jij) zeilde
(dat hij) zeile(dat hij) zeilde
(dat wij) zeilen(dat wij) zeilden
(dat jullie) zeilen(dat jullie) zeilden
(dat gij) zeilet(dat gij) zeildet
(dat zij) zeilen(dat zij) zeilden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
zeilzeilt
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
zeilend, zeilende(hebben/zijn) gezeild

Uzekzemploj

Ik kan niet zeilen.
Ik kan niet drie dagen voor de wind blijven zeilen als we water maken.
Tweemaal zeilden ze met de schoener zo dicht mogelijk langs me heen, maar ik zwom meer onder dan boven water en het schip stampte verschrikkelijk.
Het is me een eer onder u te mogen zeilen.

Tradukoj

afrikansoseil
anglasail
angla (malnovangla)siglan; seglian
danasejle
esperantoveli; velveturi; veladi
feroasigla
islandasigla
okcidenta frizonasile
papiamentozeilo; zeilu
portugalavelejar
skota gaelaseòl
surinamaseyri
svedasegla