Information about the word toeluisteren (Dutch → Esperanto: aŭskulti)

Synonyms: aanhoren, beluisteren, luisteren, luisteren naar, toehoren, gehoor schenken, horen naar

Part of speechverb
Pronunciation/ˈtoelœy̯stərə(n)/
Hyphenationtoe·luis·te·ren

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) luister toe(ik) luisterde toe
(jij) luistert toe(jij) luisterde toe
(hij) luistert toe(hij) luisterde toe
(wij) luisteren toe(wij) luisterden toe
(jullie) luisteren toe(jullie) luisterden toe
(gij) luistert toe(gij) luisterdet toe
(zij) luisteren toe(zij) luisterden toe
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) toeluistere(dat ik) toeluisterde
(dat jij) toeluistere(dat jij) toeluisterde
(dat hij) toeluistere(dat hij) toeluisterde
(dat wij) toeluisteren(dat wij) toeluisterden
(dat jullie) toeluisteren(dat jullie) toeluisterden
(dat gij) toeluisteret(dat gij) toeluisterdet
(dat zij) toeluisteren(dat zij) toeluisterden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
luister toeluistert toe
Participles
Present participlePast participle
toeluisterend, toeluisterende(hebben) toegeluisterd

Usage samples

Heer Bommel had onthutst toegeluisterd en zijn angst zakte een weinig.

Translations

Afrikaansluister; luister na
Albaniandëgjoj
Catalanauscultar; escoltar; exaudir
Czechnaslouchat; poslouchat
Danishlytte; lytte til
Englishlisten
Esperantoaŭskulti
Faeroeselurta
Finnishkuunnella
Frenchécouter
Germananhören; aushorchen; zuhören; hinhören; lauschen; hören
Hungarianhallgat
Italianascoltare
Jamaican Patoislisn
Kabyliansel; smeḥses
Latinauscultare
Low Germanbelüsteren
Papiamentoscucha
Polishsłuchać
Portuguesedar atenção a; escutar; ouvir
Romanianasculta
Russianпослушать; слушать
Saterland Frisianlunkoorje; lusterje; pinkoorje; toulusterje; uutheere
Scotslisten
Scottish Gaelicèisd
Spanishescuchar
Srananarki; yere
Swedishhöra; lyssna; åhöra
Thaiฝัง; ฟัง
Turkishdinlemek
West Frisianbeharkje; harkje