Informatie over het woord grow (Engels → Esperanto: pligrandiĝi)

Synoniemen: aggrandize, augment, enlarge, increase, get bigger, get larger, grow larger, make larger

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ɡɹəʊ̯/
Afbrekinggrow
Shaw‐alfabet𐑜𐑮𐑴
Deseret‐alfabet𐑀𐑉𐐬

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) grow(I) grew
(thou) growest(thou) grewst, grewest
(he) grows, groweth(he) grew
(we) grow(we) grew
(you) grow(you) grew
(they) grow(they) grew
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) grow (I) grew
(thou) grow(thou) grew
(he) grow(he) grew
(we) grow(we) grew
(you) grow(you) grew
(they) grow(they) grew
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
growinggrown

Voorbeelden van gebruik

After the war, condom sales continued to grow.

Vertalingen

Duitsgrößer werden; sich vergrößern
Esperantopligrandiĝi
Fransaccroître; augmenter; grossir; s’accoître
Hongaarsnő; nővekszik
Latijnaccrescere
Nederlandsaangroeien; groeien; toenemen
Poolszwiększyć się
Spaansaumentar