Informasie oor die woord cease (Engels → Esperanto: ĉesi)

Sinonieme: stop, end, quit, leave off

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/siːs/
Afbrekingcease
Shaw‐alfabet𐑕𐑰𐑟

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(I) cease(I) ceased
(thou) ceasest(thou) ceasedst
(he) ceases, ceaseth(he) ceased
(we) cease(we) ceased
(you) cease(you) ceased
(they) cease(they) ceased
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(I) cease (I) ceased
(thou) cease(thou) ceased
(he) cease(he) ceased
(we) cease(we) ceased
(you) cease(you) ceased
(they) cease(they) ceased
Gebiedende wys
cease
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
ceasingceased

Voorbeelde van gebruik

Cason ceased talking.

Vertalinge

Afrikaansophou
Deensophøre
Duitsaufhören
Engels (Ou Engels)ablinnan
Esperantoĉesi
Faroëeshalda uppat
Finslakata
Franscesser
Hongaarsmegszűnik
Italiaanscessare
Katalaanscessar
Nederduitsstoppen
Nederlandsaflaten; ophouden
Poolsprzestać
Portugeescessar
Roemeensînceta; se opri; stopa
Saterfriesapheere
Spaanscesar
Sranankaba
Thaiหยุด
Tsjeggiespřestat; přestávat; ustat
Wes‐Friesôfbrekke