Informatie over het woord poke (Engels → Esperanto: frapi)

Synoniemen: hit, smack, strike, stub

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/pəʊ̯k/
Afbrekingpoke
Shaw‐alfabet𐑐𐑴𐑒

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) poke(I) poked
(thou) pokest(thou) pokedst
(he) pokes, poketh(he) poked
(we) poke(we) poked
(you) poke(you) poked
(they) poke(they) poked
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) poke (I) poked
(thou) poke(thou) poked
(he) poke(he) poked
(we) poke(we) poked
(you) poke(you) poked
(they) poke(they) poked
Gebiedende wijs
poke
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
pokingpoked

Vertalingen

Afrikaansklop
Catalaanscolpir; percudir; picar; repicar; sorprendre; trucar; tustar; xocar
Deensbanke
Duitsklopfen; schlagen; pochen; aufschlagen; branden; frappieren; stutzig machen; auffallen; befallen; heimsuchen; kommen über
Esperantofrapi
Faeröersbanka
Finsiskeä
Fransfrapper; heurter
Italiaansbussare; colpire; picchiare
Nederlandskloppen; klappen
Poolspukać; uderzać
Portugeesbater; golpear; percutir
Saterfriesklopje; rammelje; slo
Spaanschocar; golpear; percutir; sorprender
Zweedsknacka