Informatie over het woord drank (Nederlands → Esperanto: trinkaĵo)

Synoniemen: drankje, drinken

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/drɑŋk/
Afbrekingdrank
Geslachtmanlijk
Meervouddranken

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
drankjedrankjes

Voorbeelden van gebruik

Maar de prijzen van voedingsmiddelen en dranken waren in juli nog altijd meer dan 10 procent hoger dan een jaar geleden.
Grinnikend van genoegen, iets wat bij hem maar zelden voorkwam, goot Tuthmes wijn in twee zilveren kroezen en overhandigde er een naan de magere tovenaar, die de drank met een stille buiging in ontvangst nam.

Vertalingen

Deensdrik
DuitsGetränk; Trank; Drink
Engelsbeverage; drink
Esperantotrinkaĵo
Faeröersdrykkjuvøra; tostadrykkur
Fransboisson; consommation
Grieksποτό
Hongaarsital
Italiaansbevanda; bibita
Papiamentsbebida
Poolsnapój
Portugeesbebida
SaterfriesDronk
Spaansbebida
Thaisเครื่องดื่ม
Tsjechischnápoj; pití
Turksiçilen şey
Westerlauwers Friesdrank
Zweedsdryck