Informo pri la vorto aanbreien (nederlanda → esperanto: trikkompletigi)

Vortspecoverbo
Prononco/ˈambrɛi̯jə(n)/
Dividoaan·brei·en

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) brei aan(ik) breide aan
(jij) breit aan(jij) breide aan
(hij) breit aan(hij) breide aan
(wij) breien aan(wij) breiden aan
(jullie) breien aan(jullie) breiden aan
(gij) breit aan(gij) breidet aan
(zij) breien aan(zij) breiden aan
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) aanbreie(dat ik) aanbreide
(dat jij) aanbreie(dat jij) aanbreide
(dat hij) aanbreie(dat hij) aanbreide
(dat wij) aanbreien(dat wij) aanbreiden
(dat jullie) aanbreien(dat jullie) aanbreiden
(dat gij) aanbreiet(dat gij) aanbreidet
(dat zij) aanbreien(dat zij) aanbreiden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
brei aanbreit aan
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
aanbreiend, aanbreiende(hebben) aangebreid

Tradukoj

anglaadd by knitting
esperantotrikkompletigi