Informatie over het woord soppen (Nederlands → Esperanto: trempi)

Synoniemen: doordrenken, indompelen, indopen

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) sop(ik) sopte
(jij) sopt(jij) sopte
(hij) sopt(hij) sopte
(wij) soppen(wij) sopten
(jullie) soppen(jullie) sopten
(gij) sopt(gij) soptet
(zij) soppen(zij) sopten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) soppe(dat ik) sopte
(dat jij) soppe(dat jij) sopte
(dat hij) soppe(dat hij) sopte
(dat wij) soppen(dat wij) sopten
(dat jullie) soppen(dat jullie) sopten
(dat gij) soppet(dat gij) soptet
(dat zij) soppen(dat zij) sopten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
sopsopt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
soppend, soppende(hebben) gesopt

Vertalingen

Catalaansimmergir; sucar
Duitstauchen; eintauchen; tunken; eintunken
Engelsdip; soak; dunk
Esperantotrempi
Faeröersdrepa; dyppa
Franstremper
Portugeesimergir
Roemeensînmuia
Saterfriesduukje; stipje; unnerduukje
Spaansbotar; empapar; mojar; sumergir