Informo pri la vorto doormaken (nederlanda → esperanto: travivi)

Sinonimoj: beleven, doorléven, ondergáán, overbréngen

Vortspecoverbo
Prononco/ˈdormakə(n)/
Dividodoor·ma·ken

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) maak door(ik) maakte door
(jij) maakt door(jij) maakte door
(hij) maakt door(hij) maakte door
(wij) maken door(wij) maakten door
(jullie) maken door(jullie) maakten door
(gij) maakt door(gij) maaktet door
(zij) maken door(zij) maakten door
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) doormake(dat ik) doormaakte
(dat jij) doormake(dat jij) doormaakte
(dat hij) doormake(dat hij) doormaakte
(dat wij) doormaken(dat wij) doormaakten
(dat jullie) doormaken(dat jullie) doormaakten
(dat gij) doormaket(dat gij) doormaaktet
(dat zij) doormaken(dat zij) doormaakten
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
doormakend, doormakende(hebben) doorgemaakt

Tradukoj

anglaexperience; live through
danagennemgå
esperantotravivi
hispanavivir un hecho; vivir un suceso
polaprzeżyć
portugalaatravessar; viver
tajaต้อง