Information about the word inkopen (Dutch → Esperanto: aĉeti)

Synonyms: aankopen, aanschaffen, afnemen, kopen, overnemen, betrekken, zich kopen, zich aanschaffen

Part of speechverb
Pronunciation/ˈɪŋkopə(n)/
Hyphenationin·ko·pen

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) koop in(ik) kocht in
(jij) koopt in(jij) kocht in
(hij) koopt in(hij) kocht in
(wij) kopen in(wij) kochten in
(jullie) kopen in(jullie) kochten in
(gij) koopt in(gij) kocht in
(zij) kopen in(zij) kochten in
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) inkope(dat ik) inkochte
(dat jij) inkope(dat jij) inkochte
(dat hij) inkope(dat hij) inkochte
(dat wij) inkopen(dat wij) inkochten
(dat jullie) inkopen(dat jullie) inkochten
(dat gij) inkopet(dat gij) inkochtet
(dat zij) inkopen(dat zij) inkochten
Imperative mood
Singular/PluralPlural
koop inkoopt in
Participles
Present participlePast participle
inkopend, inkopende(hebben) ingekocht

Translations

Afrikaanskoop
Catalancomprar
Czechkoupiti
Danishkøbe
Englishbuy; purchase
English (Old English)bycgan; ceapian
Esperantoaĉeti
Faeroesekeypa
Finnishostaa
Frenchacheter; acquérir
Germankaufen; sich kaufen; einkaufen; abkaufen; lösen
Greekαγοράξω
Hungarianvásárol; vesz
Icelandickaupa
Italiancomperare; comprare
Latinemere
Low Germankoupen; köypen
Luxemburgishkafen
Malaybeli; membeli
Norwegiankjøpe
Papiamentokumpra
Polishkupić
Portuguesecomprar
Romaniancumpăra
Russianкупить; покупать
Saterland Frisiankoopje; sik koopje
Scotscoff; buy
Scottish Gaelicceannaich
Spanishcomprar; procurarse
Srananbay
Swahili‐nunua
Swedishanskaffa; köpa
Thaiซื้อ
Turkishalmak; satın almak
West Frisianoanhannelje; oankeapje; oanriede; oantuge; keapje
Yiddishקױפֿן