Informatie over het woord voeren (Nederlands → Esperanto: transporti)

Synoniemen: overbrengen, transporteren, vervoeren

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈvuːrə(n)/
Afbrekingvoe·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) voer(ik) voerde
(jij) voert(jij) voerde
(hij) voert(hij) voerde
(wij) voeren(wij) voerden
(jullie) voeren(jullie) voerden
(gij) voert(gij) voerdet
(zij) voeren(zij) voerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) voere(dat ik) voerde
(dat jij) voere(dat jij) voerde
(dat hij) voere(dat hij) voerde
(dat wij) voeren(dat wij) voerden
(dat jullie) voeren(dat jullie) voerden
(dat gij) voeret(dat gij) voerdet
(dat zij) voeren(dat zij) voerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
voervoert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
voerend, voerende(hebben) gevoerd

Vertalingen

Deenstransportere
Duitsbefördern; übertragen
Engelstransport; carry over
Esperantotransporti
Fransreporter; transporter
Italiaanstrasportare
Luxemburgstransportéieren
Maleisangkut … mengangkut
Papiamentstransportá
Poolsprzenosić
Portugeestransportar
Saterfriesbeföärderje; transportierje; uurdreege
Spaanstraferir; transferir; transportar
Thaisขน
Westerlauwers Friesferfiere
Zweedsbefordra; forsla; frakta; transportera