Information du mot oversteken (néerlandais → espéranto: transiri)

Synonymes: overgaan, óverlopen

Parti du discoursverbe
Prononciation/ˈovərstekə(n)/
Césureover·ste·ken

Conjugaison

Indicatif
PrésentPassé
(ik) steek over(ik) stak over
(jij) steekt over(jij) stak over
(hij) steekt over(hij) stak over
(wij) steken over(wij) staken over
(jullie) steken over(jullie) staken over
(gij) steekt over(gij) staakt over
(zij) steken over(zij) staken over
Subjonctif
PrésentPassé
(dat ik) oversteke(dat ik) overstake
(dat jij) oversteke(dat jij) overstake
(dat hij) oversteke(dat hij) overstake
(dat wij) oversteken(dat wij) overstaken
(dat jullie) oversteken(dat jullie) overstaken
(dat gij) oversteket(dat gij) overstaket
(dat zij) oversteken(dat zij) overstaken
Impératif
Singulier/PlurielPluriel
steek oversteekt over
Participes
Participe présentParticipe passé
overstekend, overstekende(zijn) overgestoken

Exemples d’usage

Hij zegt dat de Japanners nu de rivier oversteken.
Zonder ongelukken was hij de gletsjer overgestoken.
Na deze plek overgestoken te zijn moet u voorzichtig de oever beklimmen, die tamelijk steil is.
Wij zagen dat zij met de grootste behoedzaamheid de rivier waren overgestoken.
Oekraïense troepen zouden bovendien delen van een Russische pantsercolonne hebben vernietigd terwijl die probeerde de rivier Siversʹkyj Donecʹ over te steken.
Naar schatting een half miljoen Venezolanen zijn in de afgelopen jaren de grens overgestoken en niet meer teruggekeerd naar Venezuela.
Toen stak hij snel de beek over en sloop tussen de bomen door.

Traductions

espérantotransiri; transpasi