Informatie over het woord overvliegen (Nederlands → Esperanto: transflugi)

Synoniem: óverkomen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈovərvliɣə(n)/
Afbrekingover·vlie·gen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) vlieg over(ik) vloog over
(jij) vliegt over(jij) vloog over
(hij) vliegt over(hij) vloog over
(wij) vliegen over(wij) vlogen over
(jullie) vliegen over(jullie) vlogen over
(gij) vliegt over(gij) vloogt over
(zij) vliegen over(zij) vlogen over
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) overvliege(dat ik) overvloge
(dat jij) overvliege(dat jij) overvloge
(dat hij) overvliege(dat hij) overvloge
(dat wij) overvliegen(dat wij) overvlogen
(dat jullie) overvliegen(dat jullie) overvlogen
(dat gij) overvlieget(dat gij) overvloget
(dat zij) overvliegen(dat zij) overvlogen
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
vlieg overvliegt over
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
overvliegend, overvliegende(zijn) overgevlogen

Voorbeelden van gebruik

Zullen de Jappen ons zien als ze overvliegen?
Ik zal je naar je escadrille overvliegen.
We zullen de kustlijn volgen, maar ik denk niet dat we het Kanaal zullen overvliegen.

Vertalingen

Duitsfliegen über; über … hinwegfliegen; hinüberfliegen
Esperantotransflugi