Informatie over het woord overbrengen (Nederlands → Esperanto: transdoni)

Synoniemen: aangeven, aanreiken, afdragen, afgeven, overgeven, overreiken, toereiken, doorgeven, overdragen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈovərbrɛŋə(n)/
Afbrekingover·bren·gen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) breng over(ik) bracht over
(jij) brengt over(jij) bracht over
(hij) brengt over(hij) bracht over
(wij) brengen over(wij) brachten over
(jullie) brengen over(jullie) brachten over
(gij) brengt over(gij) bracht over
(zij) brengen over(zij) brachten over
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) overbrenge(dat ik) overbrachte
(dat jij) overbrenge(dat jij) overbrachte
(dat hij) overbrenge(dat hij) overbrachte
(dat wij) overbrengen(dat wij) overbrachten
(dat jullie) overbrengen(dat jullie) overbrachten
(dat gij) overbrenget(dat gij) overbrachtet
(dat zij) overbrengen(dat zij) overbrachten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
breng overbrengt over
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
overbrengend, overbrengende(hebben) overgebracht

Voorbeelden van gebruik

Ik had tot nog toe geen gelegenheid gehad Poirots boodschap aan Lawrence over te brengen.

Vertalingen

Engelsconvey; deliver; transmit; transfer
Esperantotransdoni