Information about the word doorspoelen (Dutch → Esperanto: tralavi)

Synonym: spoelen

Part of speechverb
Pronunciation/ˈdorspulə(n)/
Hyphenationdoor·spoe·len

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) spoel door(ik) spoelde door
(jij) spoelt door(jij) spoelde door
(hij) spoelt door(hij) spoelde door
(wij) spoelen door(wij) spoelden door
(jullie) spoelen door(jullie) spoelden door
(gij) spoelt door(gij) spoeldet door
(zij) spoelen door(zij) spoelden door
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) doorspoele(dat ik) doorspoelde
(dat jij) doorspoele(dat jij) doorspoelde
(dat hij) doorspoele(dat hij) doorspoelde
(dat wij) doorspoelen(dat wij) doorspoelden
(dat jullie) doorspoelen(dat jullie) doorspoelden
(dat gij) doorspoelet(dat gij) doorspoeldet
(dat zij) doorspoelen(dat zij) doorspoelden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
spoel doorspoelt door
Participles
Present participlePast participle
doorspoelend, doorspoelende(hebben) doorgespoeld

Translations

Englishwash
Esperantotralavi
Frenchrincer