Informatie over het woord bestralen (Nederlands → Esperanto: trakti per radioterapio)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/bəˈstralə(n)/
Afbrekingbe·stra·len

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) bestraal(ik) bestraalde
(jij) bestraalt(jij) bestraalde
(hij) bestraalt(hij) bestraalde
(wij) bestralen(wij) bestraalden
(jullie) bestralen(jullie) bestraalden
(gij) bestraalt(gij) bestraaldet
(zij) bestralen(zij) bestraalden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) bestrale(dat ik) bestraalde
(dat jij) bestrale(dat jij) bestraalde
(dat hij) bestrale(dat hij) bestraalde
(dat wij) bestralen(dat wij) bestraalden
(dat jullie) bestralen(dat jullie) bestraalden
(dat gij) bestralet(dat gij) bestraaldet
(dat zij) bestralen(dat zij) bestraalden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
bestraalbestraalt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
bestralend, bestralende(hebben) bestraald

Vertalingen

Engelsradiate
Esperantotrakti per radioterapio
IJslandsgeisla
Spaansirradiar