Informatie over het woord aankomen (Nederlands → Esperanto: trafi bone)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈaŋkomə(n)/
Afbrekingaan·ko·men

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(hij) komt aan(hij) kwam aan
(zij) komen aan(zij) kwamen aan
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat hij) aankome(dat hij) aankwame
(dat zij) aankomen(dat zij) aankwamen
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
aankomend, aankomende(zijn) aangekomen

Vertalingen

Esperantotrafi bone
Fransporter