Informatie over het woord overschijnen (Nederlands → Esperanto: surbrili)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ovərˈsxɛi̯nə(n)/
Afbrekingover·schij·nen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) overschijn(ik) overscheen
(jij) overschijnt(jij) overscheen
(hij) overschijnt(hij) overscheen
(wij) overschijnen(wij) overschenen
(jullie) overschijnen(jullie) overschenen
(gij) overschijnt(gij) overscheent
(zij) overschijnen(zij) overschenen
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) overschijne(dat ik) overschene
(dat jij) overschijne(dat jij) overschene
(dat hij) overschijne(dat hij) overschene
(dat wij) overschijnen(dat wij) overschenen
(dat jullie) overschijnen(dat jullie) overschenen
(dat gij) overschijnet(dat gij) overschenet
(dat zij) overschijnen(dat zij) overschenen
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
overschijnoverschijnt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
overschijnend, overschijnende(hebben) overschenen

Vertalingen

Esperantosurbrili