Informo pri la vorto domineren (nederlanda → esperanto: superregi)

Sinonimoj: overheersen, uitschitteren

Vortspecoverbo
Prononco/domiˈnerə(n)/
Dividodo·mi·ne·ren

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) domineer(ik) domineerde
(jij) domineert(jij) domineerde
(hij) domineert(hij) domineerde
(wij) domineren(wij) domineerden
(jullie) domineren(jullie) domineerden
(gij) domineert(gij) domineerdet
(zij) domineren(zij) domineerden
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) dominere(dat ik) domineerde
(dat jij) dominere(dat jij) domineerde
(dat hij) dominere(dat hij) domineerde
(dat wij) domineren(dat wij) domineerden
(dat jullie) domineren(dat jullie) domineerden
(dat gij) domineret(dat gij) domineerdet
(dat zij) domineren(dat zij) domineerden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
domineerdomineert
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
dominerend, dominerende(hebben) gedomineerd

Tradukoj

anglapredominate
esperantosuperregi
francadominer
hispanadominar
katalunadominar