Informatie over het woord meevallen (Nederlands → Esperanto: superi la atendon)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈmevɑlə(n)/
Afbrekingmee·val·len

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(hij) valt mee(hij) viel mee
(zij) vallen mee(zij) vielen mee
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat hij) meevalle(dat hij) meeviele
(dat zij) meevallen(dat zij) meevielen
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
meevallend, meevallende(zijn) meegevallen

Vertalingen

Esperantosuperi la atendon