Information about the word voorbijstreven (Dutch → Esperanto: superi)

Synonyms: overkómen, overtreffen, te boven gaan, uitblinken, uitmunten, te boven komen, overstijgen, doorwórstelen, surpasseren

Part of speechverb

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) streef voorbij(ik) streefde voorbij
(jij) streeft voorbij(jij) streefde voorbij
(hij) streeft voorbij(hij) streefde voorbij
(wij) streven voorbij(wij) streefden voorbij
(jullie) streven voorbij(jullie) streefden voorbij
(gij) streeft voorbij(gij) streefdet voorbij
(zij) streven voorbij(zij) streefden voorbij
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) voorbijstreve(dat ik) voorbijstreefde
(dat jij) voorbijstreve(dat jij) voorbijstreefde
(dat hij) voorbijstreve(dat hij) voorbijstreefde
(dat wij) voorbijstreven(dat wij) voorbijstreefden
(dat jullie) voorbijstreven(dat jullie) voorbijstreefden
(dat gij) voorbijstrevet(dat gij) voorbijstreefdet
(dat zij) voorbijstreven(dat zij) voorbijstreefden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
streef voorbijstreeft voorbij
Participles
Present participlePast participle
voorbijstrevend, voorbijstrevende(zijn) voorbijgestreefd

Translations

Catalansuperar
Czechpředčit; předstihnout; překonat; převýšit
Danishovergå
Englishdefeat
Esperantosuperi
Frenchdépasser; dominer; maîtriser; surmonter
Germanbewältigen; überflügeln; übersteigen; überragen; übertreffen
Latinantepollere; antestare; antevenire; superare
Papiamentobit; superá
Polishprzewyższać
Portugueseexceder; ser superior; superar; suplantar
Saterland Frisianuurraagje; uurträffe; uurtwinge; uurwinne
Spanishaventajar; superar
Swedishöverstiga; överträffa
Thaiเหนือ