Informatie over het woord gean (Westerlauwers Fries → Esperanto: temi)

Uitspraak/ɡɪə̯n/, /ɡjɪn/
Afbrekinggean
Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
Verleden deelwoord
(wêze) gongen, gien
Infinitief II
gean

Voorbeelden van gebruik

Dan gong it altyd wer oer it iis.

Vertalingen

Engelsdeal; refer
Esperantotemi
Nederduitsgån
Nederlandsgaan; handelen
Portugeestratar de