Informatie over het woord brother (Engels → Esperanto: frato)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈbɹɐðə*/
Afbrekingbroth·er
Shaw‐alfabet𐑚𐑮𐑳𐑞𐑼
Meervoudbrothers, brethren /ˈbɹɛðɹən/ (archaic)

Voorbeelden van gebruik

I’ve got a brother that’s bigger than he is.
This is my brother.
One had been the house of Berin Thane, one of the miller’s brothers.

Vertalingen

Afrikaansbroer
Albaneesvëlla
Catalaansgermà
Deensbroder; bror
DuitsBruder
Engels (Oudengels)broþor
Esperantofrato
Faeröersbróðir
Finsveli
Fransfrère
Grieksαδελφός
Grieks (Oudgrieks)ἀδελφός
Hawaiaanskaikunāne
Hongaarsfivér
IJslandsbróðir
Italiaansfratello
Jamaicaans Creoolsbreda
Jiddischברודער
Latijnfrater
LuxemburgsBrudder
Nederduitsbroor
Nederlandsbroer
Noorsbror
Oekraïensбрат
Papiamentsruman hòmber
Poolsbrat
Portugeesirmão
Roemeensfrate
Russischбрат
SaterfriesBruur
Schotsbrither
Schots-Gaelischbràthair
Spaanshermano
Srananbrada
Swahilindugu
Thaisน้องชาย
Tsjechischbratr
Turksbirader
Welsbrawd
Westerlauwers Friesbroer
Zweedsbror