Synoniemen: nauwer aanhalen, spannen
Vervoeging
Aantonende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(ik) rek uit | (ik) rekte uit |
(jij) rekt uit | (jij) rekte uit |
(hij) rekt uit | (hij) rekte uit |
(wij) rekken uit | (wij) rekten uit |
(jullie) rekken uit | (jullie) rekten uit |
(gij) rekt uit | (gij) rektet uit |
(zij) rekken uit | (zij) rekten uit |
Aanvoegende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(dat ik) uitrekke | (dat ik) uitrekte |
(dat jij) uitrekke | (dat jij) uitrekte |
(dat hij) uitrekke | (dat hij) uitrekte |
(dat wij) uitrekken | (dat wij) uitrekten |
(dat jullie) uitrekken | (dat jullie) uitrekten |
(dat gij) uitrekket | (dat gij) uitrektet |
(dat zij) uitrekken | (dat zij) uitrekten |
Gebiedende wijs |
---|
Enkelvoud/Meervoud | Meervoud |
---|
rek uit | rekt uit |
Deelwoorden |
---|
Tegenwoordig deelwoord | Verleden deelwoord |
---|
uitrekkend, uitrekkende | (hebben) uitgerekt |