Informatie over het woord besturen (Nederlands → Esperanto: stiri)

Synoniem: sturen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/bəˈstyːrə(n)/
Afbrekingbe·stu·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) bestuur(ik) bestuurde
(jij) bestuurt(jij) bestuurde
(hij) bestuurt(hij) bestuurde
(wij) besturen(wij) bestuurden
(jullie) besturen(jullie) bestuurden
(gij) bestuurt(gij) bestuurdet
(zij) besturen(zij) bestuurden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) besture(dat ik) bestuurde
(dat jij) besture(dat jij) bestuurde
(dat hij) besture(dat hij) bestuurde
(dat wij) besturen(dat wij) bestuurden
(dat jullie) besturen(dat jullie) bestuurden
(dat gij) besturet(dat gij) bestuurdet
(dat zij) besturen(dat zij) bestuurden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
bestuurbestuurt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
besturend, besturende(hebben) bestuurd

Voorbeelden van gebruik

Bestuur je zelf het toestel?

Vertalingen

Afrikaansbestuur
Catalaansconduir
Deensstyrre
Engelsdrive; fly; steer
Esperantostiri; konduki
Fransconduire; diriger; piloter
Portugeesconduzir; dirigir; guiar
Spaansconducir