Information about the word stempelen (Dutch → Esperanto: stampi)

Synonyms: aanmunten, afdrukken, slaan, zijn stempel drukken op

Part of speechverb

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) stempel(ik) stempelde
(jij) stempelt(jij) stempelde
(hij) stempelt(hij) stempelde
(wij) stempelen(wij) stempelden
(jullie) stempelen(jullie) stempelden
(gij) stempelt(gij) stempeldet
(zij) stempelen(zij) stempelden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) stempele(dat ik) stempelde
(dat jij) stempele(dat jij) stempelde
(dat hij) stempele(dat hij) stempelde
(dat wij) stempelen(dat wij) stempelden
(dat jullie) stempelen(dat jullie) stempelden
(dat gij) stempelet(dat gij) stempeldet
(dat zij) stempelen(dat zij) stempelden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
stempelstempelt
Participles
Present participlePast participle
stempelend, stempelende(hebben) gestempeld

Translations

Catalanencunyar; estampar; estampillar; timbrar
Englishmark; stamp
Esperantostampi
Finnishleimata
Frenchestampiller
Germanabstempeln
Portuguesecarimbar; cunhar; estampar; ferrar; imprimir; timbrar
Saterland Frisianoustämpelje
Spanishacuñar; estampar en relieve; sellar; troquelar
West Frisianôfstimpelje