Informasie oor die woord verlangen (Nederlands → Esperanto: sopiri)

Sinonieme: hunkeren, hunkeren naar, reikhalzen, smachten, smachten naar, verlangen naar, zuchten, zuchten naar

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/vərˈlɑŋə(n)/
Afbrekingver·lan·gen

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) verlang(ik) verlangde
(jij) verlangt(jij) verlangde
(hij) verlangt(hij) verlangde
(wij) verlangen(wij) verlangden
(jullie) verlangen(jullie) verlangden
(gij) verlangt(gij) verlangdet
(zij) verlangen(zij) verlangden
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) verlange(dat ik) verlangde
(dat jij) verlange(dat jij) verlangde
(dat hij) verlange(dat hij) verlangde
(dat wij) verlangen(dat wij) verlangden
(dat jullie) verlangen(dat jullie) verlangden
(dat gij) verlanget(dat gij) verlangdet
(dat zij) verlangen(dat zij) verlangden
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
verlangverlangt
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
verlangend, verlangende(hebben) verlangd

Vertalinge

Deenslængsel; kræve
Duitssich ersehnen; sich sehnen
Engelslong
Esperantosopiri
Faroëesleingjast eftir; suffa
Finskaivata
Fransaspirer; aspirer à; soupirer
Hongaarssóvárog; vágyakozik
Italiaansbramare
Katalaansenyorar; sospirar
Noorslengte
Papiamentsanhelá
Portugeesdar ais; suspirar; ter saudades de
Saterfriesferloangje; jankje; joankje
Spaansanhelar; añorar; suspirar
Sweedslängta efter; smäkta
Thaiใคร่; โหยหา
Turksarzulamak
Yslandsþrá