Informatie over het woord spare (Engels → Esperanto: doni)

Synoniemen: administer, afford, allow, deal, confer, give, grant, impart, provide, invest with, fetch, yive

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/spɛə̯̯̯*/
Afbrekingspare
Shaw‐alfabet𐑕𐑐𐑺

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) spare(I) spared
(thou) sparest(thou) sparedst
(he) spares, spareth(he) spared
(we) spare(we) spared
(you) spare(you) spared
(they) spare(they) spared
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) spare (I) spared
(thou) spare(thou) spared
(he) spare(he) spared
(we) spare(we) spared
(you) spare(you) spared
(they) spare(they) spared
Gebiedende wijs
spare
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
sparingspared

Voorbeelden van gebruik

“When you can spare the time,” said Nai the Hever, “I wish a few words with you.”

Vertalingen

Afrikaansgee
Albaneesjap
Catalaansdonar
Deensgive
Duitserteilen; geben; herreichen; verabreichen; reichen; tragen; spenden; machen; übergeben; überantworten; anvertrauen; ergeben; gewähren; gestatten
Engels (Oudengels)giefan
Esperantodoni
Faeröersgeva
Finsantaa
Fransabouler; bailler; donner; passer
Hongaarsad; nyújt
IJslandsgefa
Italiaansdare
Jamaicaans Creoolsgi
Jiddischגעבן
Latijndare; donare; doare
Luxemburgsginn
Maleisberi … memberi; bagi; memberi; beri
Nederduitsgeaven
Nederlandsgeven
Noorsgi
Papiamentsduna
Poolsdać; dawać
Portugeesdar; entregar; ministrar
Roemeensda
Russischдавать; дать
Saterfriesanreeke; häärreeke; reeke
Schotsgie
Schots-Gaelischthoir
Spaansdar
Sranangi
Thaisให้
Tsjechischdát
Turksbahşetmek; vermek
Westerlauwers Friesoanjaan; jaan
Zweedsge; giva