Informo pri la vorto snuiven (nederlanda → esperanto: snufi)

Sinonimoj: opsnuiven, snuffelen

Vortspecoverbo
Prononco/ˈsnœy̯̯və(n)/
Dividosnui·ven

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) snuif(ik) snoof
(jij) snuift(jij) snoof
(hij) snuift(hij) snoof
(wij) snuiven(wij) snoven
(jullie) snuiven(jullie) snoven
(gij) snuift(gij) snooft
(zij) snuiven(zij) snoven
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) snuive(dat ik) snove
(dat jij) snuive(dat jij) snove
(dat hij) snuive(dat hij) snove
(dat wij) snuiven(dat wij) snoven
(dat jullie) snuiven(dat jullie) snoven
(dat gij) snuivet(dat gij) snovet
(dat zij) snuiven(dat zij) snoven
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
snuifsnuift
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
snuivend, snuivende(hebben) gesnoven

Uzekzemploj

Traz snoof en ging op jacht naar zijn ontbijt.
De verkoper snoof minachtend.

Tradukoj

anglasniff; snort
esperantosnufi
feroasnúsa; snýsa