Informatie over het woord pennen (Nederlands → Esperanto: skribadi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈpɛnə(n)/
Afbrekingpen·nen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) pen(ik) pende
(jij) pent(jij) pende
(hij) pent(hij) pende
(wij) pennen(wij) penden
(jullie) pennen(jullie) penden
(gij) pent(gij) pendet
(zij) pennen(zij) penden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) penne(dat ik) pende
(dat jij) penne(dat jij) pende
(dat hij) penne(dat hij) pende
(dat wij) pennen(dat wij) penden
(dat jullie) pennen(dat jullie) penden
(dat gij) pennet(dat gij) pendet
(dat zij) pennen(dat zij) penden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
penpent
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
pennend, pennende(hebben) gepend

Voorbeelden van gebruik

Daarna zette hij de whisky klaar en trok zich terug in de andere fauteuil, waar hij nu zelf ook druk zit te pennen.

Vertalingen

Esperantoskribadi
Poolspisywać