Informatie over het woord verstikken (Nederlands → Esperanto: asfiksiiĝi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/vərˈstɪkə(n)/
Afbrekingver·stik·ken

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) verstik(ik) verstikte
(jij) verstikt(jij) verstikte
(hij) verstikt(hij) verstikte
(wij) verstikken(wij) verstikten
(jullie) verstikken(jullie) verstikten
(gij) verstikt(gij) verstiktet
(zij) verstikken(zij) verstikten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) verstikke(dat ik) verstikte
(dat jij) verstikke(dat jij) verstikte
(dat hij) verstikke(dat hij) verstikte
(dat wij) verstikken(dat wij) verstikten
(dat jullie) verstikken(dat jullie) verstikten
(dat gij) verstikket(dat gij) verstiktet
(dat zij) verstikken(dat zij) verstikten
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
verstikkend, verstikkende(zijn) verstikt

Vertalingen

Engelsasphyxiate
Esperantoasfiksiiĝi