Informatie over het woord hikken (Nederlands → Esperanto: singulti)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɦɪkə(n)/
Afbrekinghik·ken

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) hik(ik) hikte
(jij) hikt(jij) hikte
(hij) hikt(hij) hikte
(wij) hikken(wij) hikten
(jullie) hikken(jullie) hikten
(gij) hikt(gij) hiktet
(zij) hikken(zij) hikten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) hikke(dat ik) hikte
(dat jij) hikke(dat jij) hikte
(dat hij) hikke(dat hij) hikte
(dat wij) hikken(dat wij) hikten
(dat jullie) hikken(dat jullie) hikten
(dat gij) hikket(dat gij) hiktet
(dat zij) hikken(dat zij) hikten
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
hikkend, hikkende(hebben) gehikt

Vertalingen

Catalaanssinglotar
Deensnulke
Duitsschluchzen
Engelshiccup
Esperantosingulti
Faeröershista
Fransavoir le hoquet; hoqueter
Papiamentshik
Portugeessoluçar
Saterfriesrukhoalsje
Turkshiçkırıkmak
Westerlauwers Frieshikje
Zweedshicka