Informo pri la vorto aanduiden (nederlanda → esperanto: signi)

Sinonimoj: aangeven, een teken geven, kenmerken, merken

Vortspecoverbo
Prononco/ˈandœy̯dən/
Dividoaan·dui·den

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) duid aan(ik) duidde aan
(jij) duidt aan(jij) duidde aan
(hij) duidt aan(hij) duidde aan
(wij) duiden aan(wij) duidden aan
(jullie) duiden aan(jullie) duidden aan
(gij) duidt aan(gij) duiddet aan
(zij) duiden aan(zij) duidden aan
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) aanduide(dat ik) aanduidde
(dat jij) aanduide(dat jij) aanduidde
(dat hij) aanduide(dat hij) aanduidde
(dat wij) aanduiden(dat wij) aanduidden
(dat jullie) aanduiden(dat jullie) aanduidden
(dat gij) aanduidet(dat gij) aanduiddet
(dat zij) aanduiden(dat zij) aanduidden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
duid aanduidt aan
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
aanduidend, aanduidende(hebben) aangeduid

Uzekzemploj

Ze glimlachte en schudde haar hoofd om aan te duiden dat zij het ook niet begreep.
Deze pilaar duidt de plek aan waar Durin voor het eerst in het Spiegelmeer heeft gekeken.

Tradukoj

angladenote; mark
ĉeĥaoznačit; poznamenat
esperantosigni
francadésigner; marquer
germanaandeuten; markieren; zeichnen; anzeichnen; kennzeichnen
hispanahacer un signo; indicar; marcar
okcidenta frizonaoantsjutte; merke
rumanaindica; semnala
saterlanda frizonaanteekenje; antjuude; känteekenje; liekteekenje; markierje; teekenje