Synoniemen: aanvoelen, gevoelen, voelen
Woordsoort | werkwoord |
---|
Uitspraak | /ɣəˈʋaːrʋɔrdə(n)/ |
---|
Afbreking | ge·waar·wor·den |
---|
Vervoeging
Aantonende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(ik) gewaarword | (ik) gewaarwerd |
(jij) gewaarwordt | (jij) gewaarwerd |
(hij) gewaarwordt | (hij) gewaarwerd |
(wij) gewaarworden | (wij) gewaarwerden |
(jullie) gewaarworden | (jullie) gewaarwerden |
(gij) gewaarwordt | (gij) gewaarwerdt |
(zij) gewaarworden | (zij) gewaarwerden |
Aanvoegende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(dat ik) gewaarworde | (dat ik) gewaarwierde |
(dat jij) gewaarworde | (dat jij) gewaarwierde |
(dat hij) gewaarworde | (dat hij) gewaarwierde |
(dat wij) gewaarworden | (dat wij) gewaarwierden |
(dat jullie) gewaarworden | (dat jullie) gewaarwierden |
(dat gij) gewaarwordet | (dat gij) gewaarwierdet |
(dat zij) gewaarworden | (dat zij) gewaarwierden |
Deelwoorden |
---|
Tegenwoordig deelwoord | Verleden deelwoord |
---|
gewaarwordend, gewaarwordende | (zijn) gewaargeworden |