Informo pri la vorto Spanje (nederlanda → esperanto: Hispanujo)

Sinonimo: Hispanië

Vortspecopropra nomo
Prononco/ˈspɑɲə/
DividoSpan·je
Genroneŭtra

Uzekzemploj

Door de recessie daalt het aantal toeristen dat Spanje bezoekt.
Zeker 46 mensen zijn lichtgewond geraakt door een bomaanslag woensdagochtend in Spanje.
Het tweetal van 38 en 39 jaar wilde op het vliegtuig naar Spanje stappen, maar bij de douanecontrole bleek dat de vrouwen allebei ongeveer 8.000 euro hadden verstopt in hun bagage.
Carlos is sinds 1975 koning van Spanje.
Spanje is toch fantastisch?!

Tradukoj

afrikansoSpanje
albanaSpanjë
anglaSpain
ĉeĥaŠpanělsko
danaSpanien
esperantoHispanujo; Hispanio; Hispanlando
feroaSpania
finnaEspanja
francaEspagne
germanaSpanien
grekaΙσπανία
havajaKepania
hispanaEspaña
hungaraSpanyolország
islandaSpánn
italaSpagna
jamajka-kreolaSpien
katalunaEspanya
kimraSbaen
latinoHispania
luksemburgiaSpuenien
malajaSepanyol; Spanyol
norvegaSpania
okcidenta frizonaSpanje
papiamentoSpaña
platgermanaSpanje
polaHiszpania
portugalaEspanha
rumanaSpania
rusaИспания
saterlanda frizonaSpanien
skota gaelaAn Spàinn
svahiloUhispania
svedaSpanien
turkaİspanya