Informatie over het woord droogleggen (Nederlands → Esperanto: senakvigi)

Synoniem: afgieten

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈdroxlɛɣə(n)/
Afbrekingdroog·leg·gen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) leg droog(ik) legde droog
(jij) legt droog(jij) legde droog
(hij) legt droog(hij) legde droog
(wij) leggen droog(wij) legden droog
(jullie) leggen droog(jullie) legden droog
(gij) legt droog(gij) legdet droog
(zij) leggen droog(zij) legden droog
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) drooglegge(dat ik) drooglegde
(dat jij) drooglegge(dat jij) drooglegde
(dat hij) drooglegge(dat hij) drooglegde
(dat wij) droogleggen(dat wij) drooglegden
(dat jullie) droogleggen(dat jullie) drooglegden
(dat gij) drooglegget(dat gij) drooglegdet
(dat zij) droogleggen(dat zij) drooglegden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
leg drooglegt droog
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
droogleggend, droogleggende(hebben) drooggelegd

Vertalingen

Duitsentwässern; das Wasser entziehen
Engelsdrain
Esperantosenakvigi
Fransdéhydrater; essorer