Informatie over het woord spelen (Nederlands → Esperanto: sceniĝi)

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(hij) speelt(hij) speelde
(zij) spelen(zij) speelden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat hij) spele(dat hij) speelde
(dat zij) spelen(dat zij) speelden
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
spelend, spelende(hebben) gespeeld

Vertalingen

Esperantosceniĝi