Informatie over het woord homologeren (Nederlands → Esperanto: sankcii juĝe)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ɦomoloˈɣerə(n)/
Afbrekingho·mo·lo·ge·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) homologeer(ik) homologeerde
(jij) homologeert(jij) homologeerde
(hij) homologeert(hij) homologeerde
(wij) homologeren(wij) homologeerden
(jullie) homologeren(jullie) homologeerden
(gij) homologeert(gij) homologeerdet
(zij) homologeren(zij) homologeerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) homologere(dat ik) homologeerde
(dat jij) homologere(dat jij) homologeerde
(dat hij) homologere(dat hij) homologeerde
(dat wij) homologeren(dat wij) homologeerden
(dat jullie) homologeren(dat jullie) homologeerden
(dat gij) homologeret(dat gij) homologeerdet
(dat zij) homologeren(dat zij) homologeerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
homologeerhomologeert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
homologerend, homologerende(hebben) gehomologeerd

Vertalingen

Esperantosankcii juĝe