Informatie over het woord verhelpen (Nederlands → Esperanto: ripari)

Synoniemen: fiksen, herstellen, maken, repareren, verstellen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/vərˈɦɛlpə(n)/
Afbrekingver·hel·pen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) verhelp(ik) verhielp
(jij) verhelpt(jij) verhielp
(hij) verhelpt(hij) verhielp
(wij) verhelpen(wij) verhielpen
(jullie) verhelpen(jullie) verhielpen
(gij) verhelpt(gij) verhielpt
(zij) verhelpen(zij) verhielpen
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) verhelpe(dat ik) verhielpe
(dat jij) verhelpe(dat jij) verhielpe
(dat hij) verhelpe(dat hij) verhielpe
(dat wij) verhelpen(dat wij) verhielpen
(dat jullie) verhelpen(dat jullie) verhielpen
(dat gij) verhelpet(dat gij) verhielpet
(dat zij) verhelpen(dat zij) verhielpen
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
verhelpverhelpt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
verhelpend, verhelpende(hebben) verholpen

Voorbeelden van gebruik

We zouden dat wel willen verhelpen.

Vertalingen

Catalaansarreglar; reparar
Deensreparere
Duitsreparieren
Engelsfix; repair; mend
Engels (Oudengels)hælan
Esperantoripari
Faeröersbøta; væla um
Fransrefaire; remédier; réparer; restaurer; goupiller
Italiaansaggiustare; riparare
Latijnreparare
Maleismembetulkan
Papiamentsdrecha
Poolsnaprawiać
Portugeesconsertar; reparar; restaurar
Saterfriesreparierje
Schotsmend
Spaansaderezar; arreglar; reparar; restaurar
Tagaloggawín
Thaisแก้
Westerlauwers Friesferhelpe; reparearje; meitsje
Zweedsreparera; rätta