Information about the word aanblik (Dutch → Esperanto: rigardo)

Synonyms: blik, kijk

Part of speechcommon noun
Pronunciation/ˈamblɪk/
Hyphenationaan·blik
Gendermasculine

Usage samples

De aanblik hiervan maakte mij om de een of andere reden die ik niet kan uitleggen, boos.
Ik kan die aanblik niet verdragen.

Translations

Danishblik
Englishlook
Esperantorigardo
Frenchaspect; regard; spectacle; vue
GermanBlick; Einsicht; Anblick
Hungariantekintet
Papiamentomirada
Polishspojrzenie
Portugueseolhadela
Russianвзгляд
Saterland FrisianGlap; Iensicht
Spanishmirada
West Frisianoansjen